Afgelopen woendsdag werd in de commissie Ruimte de regionale woonvisie besproken. Lees hieronder de inbreng van ons raadslid Josette Thissen.
We hebben naar aanleiding van de presentatie van de regionale woonvisie een aantal vragen en opmerkingen over de inhoud.
1. Bevolkingsgroei
In oktober 2013 is gesproken over groei tot 2030. Het verbaast ons dat er nu ineens gesproken wordt over groei tot 2040. Welk onderzoek ligt hieraan ten grondslag? Het Etil-rapport is slechts een globale prognose en niet gebaseerd op grondig onderzoek. We willen u vragen om een nieuw woningmarktonderzoek te laten uitvoeren aangezien het laatste van Companen dateert van 2008.
2. Gebruik van commercieel vastgoed.
Wat GroenLinks ook al in haar verkiezingsprogramma heeft aangegeven is het enorm belangrijk voor ons om eens te kijken naar de leegstand met name in de commerciële vastgoedvoorraad. Een aantal van deze panden zou zeer goed geschikt te maken zijn voor huisvesting van bijvoorbeeld 1-2 persoons huishoudens. De levensduur is mogelijk maar 20 jaar maar daar bespaar je het groot onderhoud mee. Na 20 jaar is er krimp en dan kan het commercieel vastgoed mogelijk weer omgezet worden naar bedrijfspanden of worden gesloopt. Zo ontstaat er geen overcapaciteit bij krimp! We hebben dit al eerder aangegeven en er is ook toegezegd dat het onderzocht zou worden maar tot op heden is het gebleven bij deze toezegging. We zien graag een reële uitwerking van dit plan en zouden graag willen dat de mogelijkheden eens echt onderzocht worden! Je zou van de geplande 3000 woningen er bijvoorbeeld 1000 in dit kader kunnen realiseren!
3. Meer betaalbare huurwoningen en minder koopwoningen!
In de komende jaren is de verwachting dat veel woningbezitters hun hypotheek niet meer kunnen betalen. En de woning (ondanks een in vele gevallen flinke restschuld) willen verkopen en dan een beroep doen op het huursegment. Lukraak koopwoningen bouwen is dan ook niet meer van deze tijd. Deze markt zal in de toekomst nog verder krimpen hetgeen ons niet verrast in een economie met weinig inkomenszekerheid. Ga vraag-afhankelijk bouwen in de koopmarkt en dat betekent dat de koopmarkt slechts bescheiden zal groeien. Het accent moet verschuiven naar duurzame betaalbare huurwoningen. De verwachting is voor de komende jaren dat daar meer dan ooit (mede door de ontwikkelingen in de koopsector en hypotheekverstrekkingen) behoefte aan is.
4. Slecht uitgewerkte zorgparagraaf in de regionale woonvisie!
Gelukkig is inmiddels iedereen er wel van doordrongen dat er meer nodig is voor een leefbare buurt, wijk of kern dan fysieke plannen en aanpassingen. Zeker ook door de ontwikkelingen in de zorg wordt het steeds meer nodig te kijken naar de woonomgeving en (kleinschalige) voorzieningen in de buurt.
Er wordt in de structuurvisie aangegeven dat de gemeente geen zeggenschap heeft over het zorgvastgoed. Maar dan gaat het slechts over de intramurale zorg. Deze wordt echter steeds meer afgebouwd en er komt wel degelijk zeggenschap van de gemeente over de extramurale zorg. Mensen wordt steeds vaker in de thuissituatie zorg geboden zowel professioneel als informeel.
En dat heeft ook consequenties voor de woningvoorraad en de voorzieningen in de buurt, wijk of kern. Individuele zorg aan huis kan leiden tot eenzaamheid en isolatie. Daarom zullen er kleinschalige voorzieningen in buurten moeten komen waar collectieve zorg kan worden aangeboden (bijvoorbeeld buurteetkamers-ontmoetinsmogelijkheden)
Ook de woningen zelf moeten veel meer ingericht worden op de mogelijkheid voor zorg in huis. Voor ouderen hebben we het dan over levensloopbestendige woningen en voor bijvoorbeeld gehandicapten over woningen die het mogelijk maken dat ze zich zo zelfstandig mogelijk kunnen redden in hun huis met zorg op maat.
Naast dit alles wordt het ook steeds meer noodzakelijk om mensen al een een heel vroege fase te betrekken bij plannen voor hun buurt. Leefbaarheid zal steeds meer georganiseerd dienen te worden door de bewoners zelf. Gebruik maken van de eigen kracht en de talenten van de bewoners is een voorwaarde voor een leefbare buurt.
In buurten waar "niet zoveel aan de hand is" zal dit meestal goed van de grond komen maar in kwetsbare wijken is hierbij extra aandacht noodzakelijk.
Een leefbare wijk of buurt begint bij de bewoners maar daarvoor zijn randvoorwaarden nodig in de fysieke inrichting: denk aan toegankelijkheid, meer groen, ontmoetings- en rustplekken in de openbare ruimte. Maar ook voorzieningen die het mogelijk maken dat de bewoners echt kunnen participeren bij het tot stand komen van een leefbare wijk waarin goed wonen, zorg voor elkaar, en een gezonde woonomgeving centraal staan!
In de huidige structuurvisie is dit te weinig uitgewerkt (slechts constateringen en aanbevelingen) en we vinden het dan ook niet terecht dat het zorgaspect weinig uitgewerkt is "omdat de gemeente daar nu eenmaal geen zeggenschap over heeft". Nogmaals dat klopt als het gaat om intramurale zorg maar de gemeente heeft wel degelijk een grote zeggenschap en verantwoordelijkheid als het gaat om de extramurale zorg en de zorg voor elkaar in onze stad, onze wijken, kernen en buurten!
Je kunt het anno 2014 niet meer hebben over een structuurvisie wonen als je daar niet uitdrukkelijker de leefbaarheid en de zorg voor elkaar in betrekt. GroenLinks zou dan ook graag zien dat dit onderdeel verder uitgewerkt wordt. En natuurlijk in samenspraak met bewoners, zorgorganisaties, burgerinitiatieven en adviesraden.