Afgelopen maandag werd in de raadsvergadering het beleidsplan WMO besproken. Dit plan geeft een invulling voor de grote veranderingen die afkomen op de zorg die vanaf 2015 bij de gemeente Roermond ligt. Lees hieronder de inrbeng van ons raadslid Josette Thissen.
"Een van de fundamenten van de WMO is het aanspreken van de burgers op hun eigen kracht, op hun eigen verantwoordelijkheid, hun organiserend vermogen en vooral: hun eigen netwerk als ze hulp nodig hebben bij hun dagelijks functioneren.
GroenLinks vertrouwt op de kwaliteiten van het gemeentelijk apparaat bij het uitvoeren van de WMO maar maakt zich zorgen over burgers die nu toevallig niet over een netwerk beschikken of in een wijk wonen waar het niet aan de orde van de dag is dat buurtgenoten zich om elkaar bekommeren; wijken waarin geen sprake is van hechte sociale verbanden.
In haar afscheidsrede als bijzonder hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam sprak Evelien Tonkens over de vijf misvattingen van de participatiesamenleving. Ik zou een paar punten uit haar afscheidsrede hier naar voren willen brengen omdat ze ook zeer wel passen voor een aantal wijken in het Roermondse.
Het is een misvatting er van uit te gaan dat de participatiesamenleving een alternatief is voor de klassieke verzorgingsstaat.
De meeste buurtgenoten gaan niet spontaan voor elkaar zorgen en elkaar helpen als de overheid zicht terugtrekt, zo stelt zij, zich baserend op diverse onderzoeken.
Actief burgerschap is een populair begrip omdat velen hopen dat het verschillen kan overbruggen. Verschillen tussen gezond en ziek, tussen weerbaar en kwetsbaar, of tussen oude en nieuwe Nederlanders. Dat gebeurt soms ook, maar vaker zien we een omgekeerd mechanisme: soort zoekt soort, qua opleiding, etniciteit, leeftijd, enzovoorts. Actief burgerschap is vooral vaak een zaak van hoger opgeleide stedelingen en van inwoners van kleine hechte dorpen.
En concluderend stelt Tonkens dat de participatiesamenleving is prachtig ideaal is mits we het niet tegenover de verzorgingsstaat plaatsen maar in het verlengde ervan!
In de visie van Groen Links past het zeer wel dat beroep op het sociale netwerk maar wat doet het met mensen als ze afhankelijk worden (ongelijk worden) van mensen in hun sociale netwerk. Wat doet dat met hun gevoel van eigenwaarde? Voelen ze zich gedwongen om zich afhankelijk op te stellen van familie, buren, kortom hun sociale netwerk en wat doet dat met ze? En wat als er geen sociaal netwerk is of als het netwerk niet thuis wil of kan geven?
In de “keukentafelgesprekken” zou hier aandacht voor moeten zijn. Wat kunnen de zorgvragers, die zich afhankelijk moeten opstellen, terug doen voor hun sociale netwerk? En als dat niets is: kun je ze dan dwingen om zich afhankelijk op te stellen met alle gevolgen vandien?
Kun je (ondanks dat er geen verplichting van gemaakt wordt) wel mensen morele druk opleggen om voor hun naaste (familie, buren, etc) te zorgen? Vrijwilligerswerk pur sang is vrijwillig en mag geen verplichting worden omdat het in plaats van georganiseerde zorg komt! We hebben een lange traditie van vrijwilligerswerk en mantelzorgers, gelukkig maar, maar het wordt wat anders als het in plaats moet komen van de verzorgingsstaat!
Daarom is het extra belangrijk om te investeren in sociale structuren.
Daar waar individuele zorg te duur wordt en niet meer past moeten sociale netwerken open staan voor allerlei mensen die hulp nodig hebben. En zoals gezegd: de meeste buurtgenoten gaan niet spontaan voor elkaar zorgen.
Daarom moet er geïnvesteerd worden in die sociale samenhang.
In een deel van onze stad, in sommige wijken zal het niet vanzelf gaan dat mensen ineens oog gaan krijgen voor elkaars hulpvragen, eenzaamheid en behoefte aan gezelschap!
De “kanteling” is een bezuiniging maar biedt zeker ook kansen. Kansen die je alleen kunt benutten als er ook voldoende aandacht is om die sociale samenhang te organiseren!
GroenLinks gaat volledig akkoord met het voorliggende WMO beleidsplan en vraagt de gemeente om waar nodig de versterking van sociale samenhang te faciliteren."