Met het Meerjarenplan van de Rechtspraak 2015 – 2020 kiest de Raad voor de Rechtspraak er voor om een bezuinigingsopgave te realiseren zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van het rechterlijke werk. Dit is mogelijk door de uitgaven voor bedrijfsvoering en huisvesting flink te verminderen. Meer geld voor het op een adequate wijze afhandelen van zaken en minder geld voor gebouwen! Om die reden wordt ook een herschikking binnen Rechtbank Limburg voorgesteld. Ondanks de voorgestelde maatregelen kent de huidige begroting 2016 van de Raad voor Rechtspraak een aanzienlijk en structureel financieel tekort en indien de voorgestelde maatregelen van tafel gaan loopt dit tekort nog verder op. Definitieve besluitvorming over het Meerjarenplan van de Rechtspraak is uitgesteld tot na de behandeling van de begroting van Departement Veiligheid en Justitie.

De Raad voor de Rechtspraak is onafhankelijk en zelfstandig, hetgeen voortkomt uit de kernwaarde dat de Rechtspraak in ons land onafhankelijk en zelfstandig moet zijn. Dat geldt ook ten aanzien van de rol en positie van de Raad voor de Rechtspraak op onderhavig dossier. De gemeente Roermond heeft kennis genomen van de gedegen afweging die aan het voorgenomen besluit ten grondslag heeft gelegen en kan zich vinden in de wijze waarop de Raad voor de Rechtspraak invulling heeft gegeven aan het doorlopen proces.
 
Het voorgenomen besluit en de consequentie voor Rechtbank Limburg zou, volgens een aantal partijen die in het debat nadrukkelijk stelling hebben genomen, leiden tot:

  • Volledige ontmanteling van Rechtbank Maastricht.
  • Verlies van werkgelegenheid.
  • Verminderde toegankelijkheid c.q. bereikbaarheid van de rechtbank.
  • Het uitsluitend realiseren van een bezuinigingsopgave waardoor de kwaliteit van de rechtspraak in onze provincie wordt aantast.

Daarom zou de status quo in Limburg gehandhaafd dienen te blijven waarbij de relatief dicht bij elkaar gelegen Rechtbank Roermond en Rechtbank Maastricht beide een volledig pakket aan zaken dienen te behouden.

De gemeente Roermond heeft zich, uit respect voor de onafhankelijkheid en zelfstandigheid van de Raad voor de Rechtspraak, tot op heden in het debat afzijdig gehouden, maar wil niet onvermeld laten dat de feiten anders liggen:

  • Rechtbank Maastricht blijft bestaan en ongeveer 85% van de huidige zaken zullen ook in de toekomst in Maastricht plaatsvinden. De complexe strafzaken en ingewikkelde civiel- of bestuursrechtelijke zaken worden bij effectuering van de voorliggende plannen, alleen nog in Roermond gehouden, waarbij vermeld dient te worden dat dat deels ook nu al het geval is.
  • Er is geen sprake van verlies van werkgelegenheid, zoals meermaals door de Raad voor de Rechtspraak en de Minister van V&J schriftelijk is bevestigd. Het aantal arbeidsplaatsen in onze provincie blijft gelijk, waarbij er wel sprake kan zijn van veranderingen in de vestigingslocatie voor medewerkers.
  • Beide vestigingslocaties van Rechtbank Limburg blijven bestaan. Slechts in 15% van de zaken zal sprake zijn van enige verandering in toegankelijkheid en bereikbaarheid. Daarbij is onweerlegbaar dat Rechtbank Roermond van de Limburgse rechtbanken de beste bereikbaarheid kent en vanwege haar ligging centraal in de provincie, ook voor de meeste Limburgers het snelste bereikbaar is, met zowel de auto als met het openbaar vervoer. Slechts voor de inwoners van Maastricht en directe omgeving kan in het incidentele geval dat aanwezigheid bij een ingewikkelde civiel- of bestuursrechtelijke zaak aan de orde is extra reistijd optreden. De reisafstand tussen beide rechtbanken in de provincie Limburg bedraagt 48 kilometer, waarmee de extra reistijd in genoemde incidentele geval maximaal ongeveer 30 minuten zal bedragen.

Daarnaast gaat na de effectuering van de digitaliseringsoperatie KEI een groot aantal contacten met de rechtbank digitaal verlopen, zodat fysieke afstand een steeds kleinere rol gaat spelen.

  • Het in fysiek-organisatorische zin samenvoegen van beide locaties van Rechtbank Limburg heeft naar oordeel van de Rechtbank niet slechts een financiële aanleiding, maar is met name ook ingegeven door bedrijfsvoerings-aspecten. De voorstellen ten aanzien van Rechtbank Limburg hebben tevens een kwalitatieve- en inhoudelijke achtergrond en het is aan het bestuur van Rechtbank Limburg en aan de Raad voor de Rechtspraak om over deze aspect te oordelen.

 Wij concluderen dat de Raad voor de Rechtspraak, met het voorliggende Meerjarenplan kiest voor een kwalitatief sterke Rechtbank Limburg, met zowel een rechtbank in Roermond als een rechtbank in Maastricht en daarbij tevens kiest voor:

  • Behoud van werkgelegenheid in de provincie Limburg.
  • Toegankelijkheid; de meest voorkomende zaken worden onverkort dicht bij de burger behandeld.
  • Een goede bereikbaarheid.
  • Gezonde bedrijfsvoering/ kostenefficiëntie.
  • Noodzakelijke schaalvoordelen en kwaliteitsverbetering binnen Rechtbank Limburg.
  • Het realiseren van een bezuinigingsopgave.