Naar aanleiding van de artikelen in Dagblad de Limburger Vogelvrij op de Maasplassen: zowat een jaar na dodelijk speedbootongeval is er qua handhaving niets veranderd van 5 augustus jl. en Ondernemers rond Maasplassen zijn het zat en grijpen in bij wangedrag: geen benzine voor je jetski of niet meer de sliphelling op van 23 juli jl. heeft de fractie van GroenLinks tezamen met VVD, LVR en PvdA, opnieuw diens zorgen kenbaar gemaakt betreffende de veiligheid op en rond de wateren van de gemeente Roermond en omgeving. In navolging hiervan zijn de volgende vragen gesteld aan het college van Burgemeester en Wethouders.

1. Is uw college bekend met voornoemde krantenartikelen?

Art.43-vragen

In het krantenartikel van 5 augustus jl. staat vermeld dat er het afgelopen jaar niet méér gesurveilleerd wordt bij drukte. Daarbij wordt tevens aangegeven dat er ‘geen directe hoofdverantwoordelijke’ is aan te wijzen, maar wel ‘veel deel-verantwoordelijken, wat een eenvoudige oplossing niet mogelijk maakt’.

2. In dat verband: Is de weergave van De Limburger ten aanzien van de intensiteit van surveillance correct? Zo nee, op welke fronten wijkt deze weergave af van de realiteit?

3. Is uw college het met ons eens dat de gedeelde verantwoordelijkheid van velen er niet toe mag leiden dat er geen échte eindverantwoordelijke is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om met nader te bepalen partijen te komen tot een integrale handhavingsagenda voor het Maasplassengebied (op en rond het water)?

Reeds in 2018 heeft uw college in een commissie-informatiebrief gewag gemaakt van de totstandkoming van de Nationale Reddingsvloot, een landelijke samenwerking tussen de veiligheidsregio’s, Reddingsbrigade Nederland en het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). De veiligheidsregio’s zouden wettelijk formeel verantwoordelijk zijn voor de waterhulpverlening bij rampen en crisis. De wijze waarop hier lokaal invulling aan gegeven zou worden, zou behoren tot de verantwoordelijkheid van de betreffende veiligheidsregio. Daarnaast heeft er in 2019 reeds overleg plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiging van de reddingsbrigade (posten Wessem, Roermond, Tegelen en Venlo) en de gemeenten Roermond, Venlo en Maasgouw. Daarbij is in gezamenlijkheid gekeken naar de huidige bedrijfsvoering van de reddingsbrigade, hun financiële positie en de mogelijke effecten van de destijds verminderde capaciteit van het varend materieel in de regio, aldus uw college (*1). In dat verband:

4. Hoe opereert de Nationale Reddingsvloot anno 2022 in de Veiligheidsregio Limburg-Noord? Is er sprake van een vooral repressieve waterhulpverlening op het moment dat zich rampen of crises voordoen, of is er ook sprake van een preventieve rol in het voorkomen van incidenten?

5. Hebben er lokaal nog meer partners, anders dan voornoemde partijen, zitting in Nationale Reddingsvloot in Noord- en Midden-Limburg?

6. Is er momenteel sprake van een actieve samenwerkingsrelatie tussen de gemeente en de lokale reddingsbrigade? Zo nee, is dit volgens uw college het verkennen waard?

7. Welke oplossingsrichtingen zijn in 2019 onderzocht met de gemeenten Venlo en Maasgouw om het serviceniveau van de reddingsbrigade zoveel als mogelijk te handhaven? Wat was de conclusie over de rol die genoemde gemeenten hier in zouden kunnen en/of moeten hebben?

8. Op welke wijze zou de Roermondse reddingsbrigade, samen met de gemeente, Rijkswaterstaat, ondernemers, watersportverenigingen en/of politie, een bijdrage kunnen leveren aan het toezicht en handhaving te water?

De gemeente Roermond heeft op 2 en 3 juli jl. deelgenomen aan een gerichte actie, zijnde ‘Varen doe je samen.nl’. Doel van deze actie is het geven van voorlichting over veiligheidsbewustzijn onder vaarweggebruikers.

9. Hoe is deze actie verlopen en is hieromtrent sprake van tevredenheid bij de gemeente?

10, Wie zijn de andere partners bij dit initiatief?

11. Krijgt het initiatief een vervolg ten faveure van de veiligheid te water?

Ook in andere gemeenten staat veiligheids- en omgevingsbewustzijn op en rond het water op de maatschappelijke agenda. Zo heeft een Zwolse stichting als pilot onlangs vier opvallende boeien geplaatst in de Zwolse grachten: op elke boei ‘zit een Zwollenaar’, om maar eens aan te geven dat je niet alleen op het water bent. (*2) In dat verband:

12. Is uw college bekend met deze pilot?

13. Ziet u in het verlengde van deze pilot mogelijkheden om gebruikers van de Maasplassen op een soortgelijke informatieve en laagdrempelige manier te wijzen op de vaarregels en gewenste omgangsvormen op het water?

In het artikel van Dagblad de Limburger van 23 juli jl. staat verder vermeld dat de ondernemers en watersportverenigingen in het Maasplassengebied zich hebben samengepakt in de vorm van een Whatsappgroep om de toename van onaanvaardbaar en/of onveilig gedrag op het water tegen te kunnen gaan. In dat verband:

14. Is er naar aanleiding van dit initiatief contact geweest tussen de gemeente Roermond en de betreffende ondernemers en watersportverenigingen om een mogelijke samenwerking te verkennen op het gebied van informatie-uitwisseling? Zo ja, hoe zal deze samenwerking eruit gaan zien? Zo nee, bent u dan voornemens om deze samenwerking op te pakken?

Ook rond de Maasplassen wordt overlast ervaren, als gevolg van onder meer verrommeling en parkeer- en geluidsoverlast. Het belang van handhaving op het water blijft natuurlijk onverminderd groot. Tegen deze achtergrond de volgende vragen:

15. Welke handhavingsmogelijkheden ziet uw college om onder meer verrommeling en parkeer- en geluidsoverlast tegen te gaan op drukke, warme dagen?

16. Is uw college (in samenwerking met de partners op de Maasplassen) voornemens om de handhaving op en rond de Maasplassen te intensiveren? Zo nee, kan er geïnventariseerd worden wat de kosten zouden zijn die ermee gemoeid zijn om dit wel te doen?

De fracties hebben aangegeven het onderwerp Veiligheid en Handhaving op en rond het Water te willen agenderen voor de eerstvolgende commissievergadering Bestuur & Middelen. Dit na beantwoording van deze vragen door het College.